Een jong meisje laat zand door haar handen glijden. Een fata morgana. Een Touareg vrouw bespeelt haar één snarige viool, dmargin-left:e imzad. Haar dochter Shriva vlijt zich neer op mijn schoot en neuriet mee. Horizon, rotsen, stenen, zand. Ik vergruis stenen. Een nomade met een ezel. Hij zingt over geesten in het maanlicht. Een kameel is achter gebleven; te zwak om de berghelling met stenen te beklimmen.
A young girl lets sand slide through her hands. A fata morgana. A Touareg woman plays on her one-stringed violin, the imzad. Her daughter Shriva settles down on my lap and hums along. Horizon, rocks, stones, sand. I pulverize stones. A nomad with a donkey. He sings about ghosts in the moonlight. One camel has stayed behind; too weak to climb the stony mountain slope.